{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Piet Warners

In dit jaar van gedenken van de Reformatie past de verschijning van dit boek heel goed. De auteur Dr Wulfert de Greef - emeritus predikant sinds 2001 - promoveerde in 1984 op een proefschrift: Calvijn en het Oude Testament. Gezien zijn publicaties is hij altijd aan het studeren geweest op de periode der Reformatie. Hij weet waarover hij het heeft. Daar getuigt dit nieuwe boek van. De titel geeft de inhoud precies weer. De toevoeging en de Joden roert een pijnlijk punt aan. Immers van Luther is bekend dat hij tegen het einde van zijn leven buitengewoon heftig te keer is gegaan tegen de Joden. Antisemieten hebben daar dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt en dat heeft mede geleid tot het vreselijke lot dat de Joden in Europa tijdens het Hitlertijdperk getroffen heeft. Hoe dachten de andere reformatoren over de Joden? Hoe kwamen zij tot hun gedachten? Is het nu anders binnen de reformatie? Ook daar gaat De Greef op in in zijn laatste hoofdstuk.
In het eerste hoofdstuk - De Reformatie en de Bijbel - horen we hoe aan het begin van de 16e eeuw onder invloed van het Humanisme - terug tot de bronnen! - het Oude Testament in zijn oorspronkelijke taal weer ontdekt werd. De studie Hebreeuws kwam in zwang en soms werden Joodse geleerden geraadpleegd. Aan sommige universiteiten werd naast Grieks en Latijn ook Hebreeuws gedoceerd. De Reformatie heeft daaraan van harte meegewerkt en vaak werd Hebreeuws ook een verplichte studie.
Wet en Evangelie – Verbond
In het tweede hoofdstuk - De betekenis van het OT volgens de reformatoren - zien we een interessant onderscheid komen. Luther die eerst het NT en later het OT vertaalde las het Oude Testament met het oog op de vervulling in het Nieuwe Testament in Jezus Christus. Was Christum treibet is van wezenlijk belang. Hij zag een tegenstelling tussen OT - de Wet - en het NT - het Evangelie. De kerk komt in de plaats van Israël. De Joden zullen zich moeten bekeren. Hij meende aanvankelijk dat de juiste uitleg van het NT de Joden zou overtuigen dat Jezus de Messias is, Toen dat niet gebeurde, veranderde zijn houding tegenover de Joden met boven vermeld vreselijk gevolg. Bij de andere reformatoren zien we dit niet zozeer - zij gaan veel meer uit van het Verbond, dat met Abraham is gesloten en dat in het NT in Jezus Christus vernieuwd wordt met het oog op de volken: zij mogen delen in dat bestaande Verbond met Israel.
Deze kort-door-de-bocht samenvatting leidt tot hoofdstuk 3 De Reformatie en de Joden. Luther werd vijandig. Bij de anderen (Zwinli, Bullinger, Bucer, Capito, Calvijn) ligt het aanzienlijk genuanceerder. Het Verbond met Abraham, Israël blijft van kracht, de heidenen worden er door Jezus Christus in betrokken. Vooral bij Capito kun je lezen dat de kerk beslist niet in de plaats van Israël is gekomen. (blz 70). Voor het héle Verbond geldt: het berust alleen op Gods genade. Geen sprake van werkgerechtigheid. Zowel voor Israël als de gemeente blijft Gods gebod gelden als verwerking van die genade.
Terwijl in veel gebieden het Joden verboden was zich daar te vestigen, werd in andere hen een plaats gegund, wel vaak onder bepaald voorwaarden. Maar algemeen werd gedacht dat de Joden zich ooit zouden moeten bekeren om ten volle bij het Verbond te (blijven) behoren.
Hoofdstuk 4: De relatie van christenen en Joden na 500 jaar opnieuw bezien. Door de vreselijke geschiedenis van de Holocaust is er sprake van voortschrijdend inzicht binnen het Protestantisme. De Greef beperkt zich tot wat in ons land daarover te melden valt. Een ontwikkeling vóór Wereldoorlog II vooral ingezet door K.H.Miskotte (dat wordt niet vermeld), waarop ná die periode is voortgebouwd. Een ontwikkeling die er toe geleid heeft dat uiteindelijk in de Kerkorde van de PKN beleden wordt dat de kerk geroepen is tot gestalte geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. De auteur gaat daar dan ook van harte vanuit en probeert aan te geven hoe dat zou kunnen door leerhuizen en wat dies meer zij. Vooral de Eredienst is van belang. We hebben te beseffen dat de hele kerkdienst in het kader staat van de ontmoeting met de God van Israël die in Jezus Christus ook onze God wil zijn (bz 152). Als hij zich afvraagt hoe om te gaan met Joden komt hij tot de conclusie dat het belangrijk is dat we als christenen Joden jaloers maken (Romeinen 11:13,14). Dat schreef Paulus die in Romeinen 9-11 worstelt met de weigering van het overgrote deel van Israël Jezus als Messias te erkennen. De Duitse theoloog Marquardt heeft opgemerkt dat je op grond van Romeinen 11:28 zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil (de NBV heeft daar de grove fout gemaakt achter het woordje vijanden 'van God' in te vullen; dat is in het origineel nergens te vinden) aan de Joodse verharding ook een positieve invulling kunt geven. Dat brengt mij tot de vraag of dat jaloers maken ( hoe goed ook, konden we dat maar!) toch niet leidt tot ongelijkwaardigheid van de Joden binnen dat éne verbond. Is er voortschrijdend inzicht mogelijk op dit punt? Echte gelijkwaardigheid?…
Er valt veel meer te zeggen over dit zeer interessante en ook heel actuele, zeer goed gedocumenteerde boek, geschreven door mijn jaargenoot Wulfert de Greef. Eén storende fout staat op blz 117 waar gezegd wordt dat de wederdopers in München de macht grepen, dat moet Munster zijn. Een eind verderop staat het wel goed. Hier en daar staan wel wat herhalingen, dat is wel makkelijk en soms wat storend, maar het blijft een goed boek. Wie enigszins in deze materie geïnteresseerd is: lezen!

Wulfert de Greef: De Reformatie, het Oude Testament en de Joden, 200 blz.
Academische Uitgeverij Eburon, Delft (www.eburon.nl) € 22,00
ISBN 978-94-6301-152-5