{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland


Piet Warners


Jan Muis schreef een omvangrijk boek. De auteur werd in 1996 hoogleraar Dogmatiek in Utrecht. Daar werd hij ook kerkganger in de Tuindorpkerk. Soms wordt hij er gesignaleerd op de kansel - en zeer gewaardeerd. Je kunt merken dat hij sinds 1977 'gewoon' gemeentepredikant is geweest in drie gemeentes. Zijn hoogleraarschap verhuisde met de Utrechtse faculteit enkele jaren geleden naar Amsterdam, zelf bleef hij onze stad trouw.
Deze grote publicatie is wat je noemt een wetenschappelijk werk. Als ik zo'n boek krijg, bekijk ik eerst de inhoudsopgave en de litteratuurlijst. Dat zegt al wat. Inhoudsopgave: het is typisch het boek van een systematisch theoloog – hij zelf noemt het vak dogmatiek liever systematisch theologie, meen ik me te herinneren. Het is in eerste instantie bedoeld - zo lijkt me - voor theologiestudenten , theologen en voor (hoogopgeleide, dat wel) theologisch geïnteresseerde gelovigen. Ook veronderstelt hij dat het geschikt is voor 'ongelovigen die nauwkeuriger willen nagaan wat zij afwijzen of bestrijden'. (blz 13).
De litteratuurlijst is indrukwekkend, verraadt jaren van intensieve studie en publicaties in vele tijdschriften. Mij viel op dat slechts drie Joodse stemmen te vinden zijn: Buber, Rosenzweig en Levinas. Niet de minsten - maar geen enkele verwijzing naar Rabbijnse litteratuur, waarin in heden (Sachs, Heschel) en verleden heel veel over God is nagedacht en gesproken.. Ook de enige systematicus die geprobeerd heeft de theologische consequentie te trekken uit de verbondenheid met Israël - Friedrich Wilhelm Marquardt - ontbreekt geheel en dat heeft gevolgen zoals verderop blijkt. Gelukkig heeft het boek (heel veel) voetnoten en niet eindnoten - dat scheelt een hoop geblader.
De schrijver wil de vraag naar God beantwoorden vanuit de christelijke geloofspraktijk. Een praktijk die ontstaat vanuit het aangesproken worden door God. Theologische reflectie sluit aan bij het feitelijk geloven van mensen. Wat we geloven gaat vooraf aan de vraag of God bestaat. Die vraag wordt in het laatste hoofdstuk besproken. Of dat bevredigend gedaan wordt hangt er vanaf of je een bewijs verwacht (dat is er niet) of dat je de eigen praktijk bevestigd wil zien. In dat laatste geval voldoet het zeker wel. De één gelooft, vertrouwt wel, de ander niet. Het waarom daarvan kan niet worden opgehelderd.
De opbouw van deze Godsleer is systematisch en helder. Een theologiestudent vertelde me dat de colleges van deze hoogleraar zeer gewaardeerd worden vanwege hun helderheid. De heldere opbouw - elk gebruikt begrip wordt grammaticaal en inhoudelijk uiteengerafeld - heeft wel tot gevolg dat het voor de ongeduldige lezer soms wat langdradig word. Uitgangspunt: het Onze Vader - de meest oecumenische tekst, door alle christenen van welke soort ook gebeden (blz 62). In dat gebed worden de woorden Vader, Naam, Koning en Schepper in het christelijk spreken over God samengevat. Ze worden uitgelegd in termen van de hedendaagse werkelijkheidsopvatting.
Muis maakt onderscheid tussen christelijk (NT) en Bijbels (OT) spreken over God. Daarbij valt het op dat het Christelijk spreken over God geheel trinitarisch wordt uitgewerkt in de klassieke zin, zoals dat in de vierde eeuw geformuleerd is in filosofische termen van die tijd. Uiteindelijk wordt het Oude Testament ook vanuit dat uitgangspunt gewaardeerd zodat de conclusie in het hoofdstuk over de Naam luidt: 'Adonai is de Drie-Ene God'(blz 172). .Met opzet schrijf ik Adonai als omschrijving van de vierletterige Godsnaam. Helaas worden in dit boek de vier letters steeds voluit geschreven. Cruciaal is de opmerking op blz 174 : "De kerk weet dat zij niet de enige geloofsgemeenschap is die tot en over deze God spreekt. Als zij zich tot God richt staat zij naast Israël." Daarna volgt de optie dat iemand die Adonai kent (de Joden dus) door de openbaring in Jezus Christus nieuwe kennis van God opdoet (blz 174), Dat vind ik zeer aanvechtbaar. De kerk kán niet bestaan zonder de kennis van het Eerste Testament. Geldt het omgekeerde voor Israël? Of klinkt hier toch weer onbedoeld het christelijke superioriteitsbesef dat in de geschiedenis zulke vreselijke gevolgen heeft gehad? Met dit soort overwegingen wordt het gesprek met Israël ten diepste onmogelijk. Marquardt probeerde een 'theologie ná Auschwitz' te ontwerpen. Dit boek valt niet in deze categorie.
Dit moest ik even kwijt. Dat neemt niet weg dat er veel moois en opbouwends in dit boek staat, al valt het op dat uiteindelijk de teneur behoudend is. Geen verrassende nieuwe vergezichten. Wel een goede kijk in de huidige stand van het theologisch denken dat in onze kerk de overhand heeft. Gelukkig wordt niet geprobeerd een antwoord te geven op de vraag waar het kwaad vandaan komt. Met de geweldsteksten in de Hebreeuwse Bijbel weet de schrijver niet goed raad. Ze passen niet bij de Eeuwige , want liefde en rechtvaardigheid zijn Zijn eigenschappen.
Tot slot: na lezing van het boek citeerde ik voor mezelf I Corinthiërs 13:12 en13.

Jan Muis: Onze Vader - Christelijk spreken over God. 436 blz .
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer. ISBN 978 90 239 2866 9 € 32,50