{loadmoduleid 92}

 

 

 

Classicale Werkgroep
Kerk en Israël Utrecht

Protestantse Kerk in Nederland

Franje die ertoe doet


Zittend op een terrasje in een drukke winkelstraat hartje Jeruzalem, zie ik een paar jonge mannen, die manlijke voorbijgangers aanspreken: ‘Heeft u vanmorgen al gebeden meneer?’ Wie ontkennend antwoordt, kan alsnog ter plekke een gebedsmantel omslaan, gebedsriemen leggen en het formuliergebed zeggen (of lezen van een papiertje).

Gelovige Joden worden geacht iedere dag drie keer te bidden: ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Bij het ochtendgebed, thuis of in de synagoge, wordt de gebedsmantel, of talliet, omgeslagen en de gebedsriemen, de tefilien, omgedaan.
De talliet is een rechthoekige omslagdoek, lang genoeg om de schouders te bedekken. Traditioneel dragen de Hoogduitse Joden een wollen talliet met zwarte strepen en de Portugese Joden een zijden talliet met blauwe strepen. De blauwe strepen, symbool voor de Joodse gemeenschap, waren een inspiratiebron voor de vlag van Israël.
De talliet wordt over de kleding heen gedragen, tijdens het ochtendgebed, door iedere religieus volwassen man (13 jaar en ouder).
Vaak heeft een talliet mooie versieringen aan de kant van het hoofd. Maar hoe mooi de versieringen ook zijn, de franje is belangrijker. Niet de gewone franje, maar de vier op speciale manier geknoopte draden aan de vier hoeken van de talliet. Deze ‘schouwdraden’ of ‘gedenkkwasten’ heten tsietsiet. In Numeri 15:37-41 en Deuteronomium 22:12 wordt bevolen deze tsietsiet aan de vier hoeken van het opperkleed te maken, als een voortdurende herinnering aan God en zijn geboden. De strepen in de talliet herinneren aan het gebod een blauw-purperen draad in de tsietsiet te dragen, maar men weet niet meer welke kleur dat precies is.
In bijbelse tijden droeg men lange vierhoekige kleden, zoals de Griekse stola. Sindsdien is de mode nogal veranderd, waardoor er geen vier hoeken meer aan de kleding zitten. De talliet werd ‘uitgevonden’ om de tsietsiet eraan te bevestigen en zodoende de geboden te volbrengen.
Er is ook een ‘kleine talliet’, die onder de bovenkleding gedragen wordt, ook door jongetjes. Misschien herinnert u zich tv-beelden van bomaanslagen in Israël, met hulpverleners met ‘kwastjes’ vanonder hun shirt.
Het komt dus aan op de franje. Daarom worden de tsietsiet geïnspecteerd vóór de talliet wordt omgeslagen, terwijl men God prijst voor de bijzondere taken die Hij Israël gegeven heeft en voor Zijn liefde, waardoor mensen zich geborgen mogen weten in de schaduw van Zijn vleugels.
Een Joodse man wordt begraven in een doodskleed en zijn talliet. Maar hoe kan een dode God loven? Daarom wordt één tsietsiet losgeknoopt, zodat de talliet onbruikbaar wordt.


Martha Alderliesten

gepubliceerd 2006